Hoe bedoelt u? -
Column 28 februari 2020
Dit is een vraag die de afgelopen vijf jaar
door veel doelgroepers is gesteld. Een vraag aan werkgevers, overheid,
begeleiders etc. Hoe zit het met al die soorten Wajong, het verschil tussen
beschut werk en de sociale werkvoorziening en al die regelingen binnen de
Participatiewet? Achter elke vraag schuilt weer een nieuwe vraag en één nieuwe
wet heeft invloed op allerlei bestaande wetten.
Daarom heb ik besloten een boek te
schrijven over de Participatiewet en de Banenafspraak. Zo heb ik mijn eigen
onderneming opgericht in het belang van die doelgroepen met de naam: ‘Wij
Participeren.’
Als Wajonger weet ik hoe ingewikkeld het
kan zijn. Maar samen met andere doelgroepers wil ik laten zien wie de
hoofdrolspelers zijn in de film van de Participatiewet. Veel mensen uit de
doelgroepen hebben zich de afgelopen vijf jaar positief ontwikkeld. Een
positieve ontwikkeling zie ik ook in de Wet Harmonisatie Wajong en de Wet Breed
offensief. Hierin worden bepaalde regelingen eenvoudiger en eerlijker gemaakt.
Tot nu toe heb ik met tientallen mensen
gesproken uit de doelgroepen Wajong, sociale werkplaats, Participatiewet en
doelgroepregister. Ik spreek ook mensen die zonder ondersteuning van de
gemeente en zonder stigma proberen rond te komen. Soms lukt dat, omdat ze nog
studiefinanciering krijgen. Voor iemand met een oude Wajong (van vóór 2010) is
dat geen probleem. Hun Wajong-uitkering loopt gewoon door tijdens de opleiding.
Met de Wajong 2010 is dat anders. Woon je tijdens je opleiding nog bij je
ouders, die nog kinderbijslag voor jou ontvangen, en krijg je een
studiefinanciering of een tegemoetkoming scholieren? Dan krijg je in plaats van
70% maar 25% van het wettelijk minimumloon als Wajong-uitkering. Omdat de
overheid jongeren ‘met een beperking’ wil stimuleren om toch te kunnen
studeren, zal deze regeling voor beide Wajong-groepen gelijk getrokken worden,
waardoor hun uitkering niet meer gekort wordt vanwege hun opleiding.
Voor jongeren uit de Participatiewet die
een medische urenbeperking hebben, geldt een individuele studietoeslag, de
zogenaamde WTOS (De Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten). In
iedere gemeente kan de hoogte van die toeslag nu nog zo verschillend zijn als een
lot uit de loterij. Gelukkig gaat dat in 2021 veranderen, waardoor iedere
student met zo’n indicatie in ieder geval € 300,- studietoeslag per maand gaat
krijgen.
Dit complexe voorbeeld over regelingen voor
jonggehandicapten die willen studeren is één van de vele voorbeelden. Wat dacht
je van mensen in de bijstand die misschien ook een indicatie voor het
doelgroepregister kunnen krijgen, maar van het bestaan daarvan nog niet
afwisten?
Om uitleg te krijgen over dit soort
regelingen, kun je informatie zoeken op de website van het UWV of van het
werkgeversservicepunt van de gemeente. Toch blijkt dat er nog veel voor nodig
is om de informatie op die websites eenvoudig en toegankelijk te maken voor
iedereen.
Als hoofdrolspeler van de Participatiewet
en Banenafspraak is het nodig je eigen script goed te kunnen lezen. Zolang de
informatie niet toegankelijk is voor iedereen, zullen wij die vraag blijven
stellen: “Hoe bedoelt u?”
___________
Deze column is geschreven door Hillie Nooitgedagt. In mei verschijnt haar debuut, getiteld ‘Laat los’. Momenteel werkt ze aan haar tweede boek over de Participatiewet en de Banenafspraak: ‘Vijf jaar realiteit van de Participatiewet’. Voor vragen of opmerkingen is Hillie Nooitgedagt te bereiken via de website en https://www.wij-participeren.nl/ facebook: https://www.facebook.com/WijParticiperen/
Deze column is nog te vinden op de website van Op naar de 100.000: https://www.opnaarde100000.nl/hoe-bedoelt-u/